Historische dijkbekleding in een nieuw jasje
Basalt hoort bij de Afsluitdijk. Dit donkere, vulkanische stollingsgesteente vormt sinds de aanleg in 1932 de belangrijkste bekleding van de Afsluitdijk. Maar door de huidige inzichten van de te verwachten waterstanden en sterke golven is deze dijkbekleding niet sterk genoeg voor de Waddenzeezijde. Na de renovatie en versterking van de dijk is het originele basalt dan ook op veel plekken niet meer zichtbaar, maar verscholen onder de nieuw bekleding. De voorhaven bij Den Oever is een van de plekken waar de basaltbekleding wél zichtbaar is en waar de dijk ermee wordt versterkt.
Historische dijkbekleding
‘Op een groot deel van de Afsluitdijk voldoet de traditioneel gezette basaltbekleding niet meer’, vertelt Lukas Meursing. Hij was als omgevingsmanager bij Rijkswaterstaat van begin af aan betrokken bij het borgen van de ruimtelijke kwaliteit en vormgeving en behoud van het cultureel erfgoed bij het versterken en vernieuwen van de Afsluitdijk. ‘We stellen nu hogere eisen aan de waterveiligheid dan tijdens de aanleg van de dijk. Met de nieuwe bekleding van Levvel-blocs is het originele basalt uit het zicht verdwenen. Vanuit cultuurhistorisch oogpunt is dat jammer. Deze bekleding is namelijk ook kenmerkend voor andere dijken van de Zuiderzeewerken. Daarom wilden we basalt waar dat wel kan graag zichtbaar houden en hebben we dat op een paar plaatsen voorgeschreven.’
Basalt op karakteristieke plekken
Bouwconsortium Levvel (BAM, Van Oord, Rebel en Invesis) is al snel met de landschapsarchitecten om tafel gegaan om te bekijken waar de basaltbekleding toegepast kon worden. Corstiaan van Dam, ontwerpleider dijken, dammen en havens bij Levvel, vertelt: ‘Het was mooi om waterbouwkundigen en landschapsarchitecten samen aan het werk te zien. Uiteindelijk zijn verschillende plekken geschikt bevonden. Bij de parkeerplaatsen bij het Vlietermonument, zowel aan de noord- als de zuidzijde, gebruiken we basalt en bij de voorhaven in Den Oever. In totaal plaatsen we 13.500 m2 basalt.’ ‘Op deze plekken kunnen we met basalt de waterkerende functie van de dijk behouden’, vult Meursing aan. ‘Dit zijn vaak ook karakteristieke plekken waar veel publiek komt. Zo heeft de basaltbekleding ook echt meerwaarde.’
Lagere golven
De voorhaven bij Den Oever ligt tussen de schutsluis en de bruggen in de A7, en is de entree van de Stevinsluis voor schepen vanuit de Waddenzee. ‘Om de verwachte zeespiegelstijging aan te kunnen, moet de dijk hier ook verhoogd worden’, vertelt Van Dam: ‘Je kunt je misschien wel voorstellen dat de golven hier, nadat ze vanaf de Waddenzee onder de bruggen van de A7 door zijn gerold, een stuk minder hoog zijn dan op andere delen van de Afsluitdijk. De krachten die de dijk hier aan moet kunnen, zijn dus ook lager. Daardoor is basalt hier wel geschikt als dijkbekleding.’
Plaatsen met de hand
Het plaatsen van basalt werd in 1932 met de hand gedaan door steenzetters – niet voor niets staat het standbeeld ‘De Steenzetter’ op de Afsluitdijk – en nu nog steeds. Meursing: ‘Steenzetten is een eeuwenoud beroep, dat vaak van vader op zoon wordt doorgegeven. Op grote oppervlakken worden stenen tegenwoordig machinaal geplaatst, maar met de onregelmatige basaltstenen kan dat niet. Daarom plaatsen steenzetters het basalt hier ook met de hand.’ ‘Een van de eisen aan de dijk bij de voorhaven is dat de ronde hoeken nabij de nieuwe keersluis behouden blijven’, vult Van Dam aan. ‘Daarin moet ook nog het hoogteverschil tussen de afzonderlijke dijkdelen in een rustige, vloeiende lijn overbrugd worden. Je kunt nu goed zien hoe strak de steenzetters dat doen. Dat is echt vakwerk.’
Bekijk een aflevering van de 32 verhalen over steenzetter Serge.