Vis met zender gezien?
Werkt de Vismigratierivier zoals ‘ie bedacht is? En: maken vissen er in de verwachte aantallen gebruik van op hun tocht van zout naar zoet water of andersom? Om straks een antwoord te kunnen geven op die vragen, coördineert en onderzoekt provincie Fryslân hoe en in welke mate vissen in de huidige situatie migreren tussen Waddenzee en IJsselmeer. Daarvoor worden vissen uitgerust met zendertjes.
De sluizen bij Kornwerderzand en Den Oever worden in de huidige situatie visvriendelijk beheerd. Dat betekent dat vissen de sluizen kunnen passeren gedurende de korte periode dat er sprake is van ‘gelijk water’ aan de Waddenzeekant en de IJsselmeerkant. Ook de Vispassage bij Den Oever verbetert de vismigratie. Straks maakt de Vismigratierivier het voor vissen mogelijk continu – 24/7 – te trekken van zoet naar zout, of andersom. Jeroen Huisman, onderzoeker vismigratie van Hogeschool Van Hall Larenstein, voert onderzoek uit namens de provincie: “We willen dan natuurlijk weten of de soorten waarvoor de Vismigratierivier in eerste instantie is bedoeld – de wat zwakkere zwemmers – er gebruik van maken. En in welke aantallen ze migreren.”
Een vis met zender
“Op basis van literatuur en analyses van deskundigen zijn daarvan natuurlijk schattingen gemaakt”, vervolgt Huisman. “De nul-meting die wij uitvoeren, is bedoeld om te kijken of de verwachtingen die we nu hebben ook echt kloppen met wat er straks in werkelijkheid gebeurt.” De methode die de onderzoekers gebruiken voor de nul-meting, is afhankelijk van de soort, maakt Huisman duidelijk: “De wat grotere vissen – denk aan houting, zeeprik, zalm en zeeforel – kunnen we uitrusten met een zendertje. Op die manier kunnen we elke individuele vis volgen. Dat levert hele precieze informatie op, maar zo’n zender kost natuurlijk wel wat. Uiteindelijk wordt daarom maar een beperkt aantal dieren daarmee uitgerust.”
Fijnmazige netten voor kleine visjes
De kleine visjes – kleine botjes bijvoorbeeld die het larvenstadium nog niet of amper ontgroeid zijn – kun je niet ‘zenderen’, vertelt Huisman. Die vangen we daarom met fijnmazige netten aan zowel de zoute als de zoete kant. We mikken daarmee eigenlijk op alle jonge kleine vis. Het grootste deel is glasaal, stekelbaars en bot. Aan de hand van de vangsten kunnen we zien of ze nu überhaupt de Afsluitdijk passeren en in welke aantallen dat gebeurt.”
Begin volgend jaar presentatie gegevens
De gegevens voor de nul-meting zijn overigens over een langere periode verzameld. “Dit is het laatste jaar dat we onderzoek doen voor de nul-meting. Tussen 2015 en 2018 is er een aantal onderzoeken uitgevoerd waarmee we de trek van vissen door de sluizen in kaart hebben gebracht. Alle verzamelde gegevens presenteren we begin volgend jaar in een rapport. Dat vormt dan de basis voor het monitoren van de werking van de Vismigratierivier.”