Nieuwe keersluis Den Oever beschermt tegen extreem hoogwater

In een half jaar tijd maakt bouwcombinatie Levvel een hele nieuwe keersluis bij Den Oever als bescherming tegen extreem hoogwater op de Waddenzee. Een echte uitdaging, vertellen Stephan de Vries van Levvel en Bram Beijer van Rijkswaterstaat.

Sinds 26 oktober kunnen schepen een half jaar lang niet door de Stevinsluizen bij Den Oever. In de vaarweg direct ten noorden van de schutsluis ligt namelijk een bouwkuip van liefst 20 meter lang, 27 meter breed en een diepte tot 8 meter onder NAP. Hier werkt bouwconsortium Levvel (BAM, Van Oord en Rebel) in opdracht van Rijkswaterstaat aan een zogeheten keersluis. Bij extreem hoogwater op de Waddenzee sluiten de sluiswachters de deuren van die sluis om het achterland te beschermen. ‘Het water moet daarvoor ruim 2 meter boven NAP komen’, verduidelijkt projectleider Bram Beijer van Rijkswaterstaat. ‘Als we de sluis in gebruik nemen, gebeurt dat naar verwachting slechts 1 keer per maand, maar in de toekomst mogelijk steeds vaker door klimaatverandering en zeespiegelstijging.’

Tijd efficiënt benutten

De periode voor de bouw is niet toevallig gekozen, legt hoofduitvoerder Stephan de Vries van Levvel uit. ‘Om de hinder voor de recreatievaart zoveel mogelijk te beperken, begonnen we na de herfstvakanties en zijn we in principe klaar als het recreatieseizoen eind april weer begint. Dat is echt een uitdaging. We zijn nu een half jaar met de voorbereidingen bezig en moeten in het komende half jaar een hele sluis bouwen. Daarom werken we een groot deel van die periode 6 dagen per week in 2 ploegen. We hebben vergunningen om ook ’s nachts en in het weekend door te gaan. Zo benutten we de beschikbare tijd efficiënt.’ Beijer: ‘Om onnodige extra stremming te voorkomen, voert Rijkswaterstaat in dezelfde periode bovendien grootschalig onderhoud uit aan de schutsluis.’

Indrukwekkende afmetingen

Tijdens de voorbereidingen heeft Levvel onder meer 2 kleinere bouwkuipen gemaakt aan beide kanten van de vaarweg. Die zijn bedoeld om tegenwicht te bieden aan de grote bouwkuip, die daar precies tussen komt. Zo garanderen ze stabiliteit. De eerste stap is nu om de damwanden rond de derde bouwkuip te sluiten en hem uit te graven. Op de bodem komt dan een enorm dikke vloer. Eerst stort Levvel 1 meter onderwaterbeton. Dan wordt de kuip leeggepompt en volgt een constructievloer van nog eens 2 meter gewoon beton. Daarop komen wanden aan beide kanten. Ook die hebben indrukwekkende afmetingen: 5 meter breed, 12 meter hoog en 18 meter lang. In elk van die wanden hangt Levvel een sluisdeur van 11,5 meter hoog en 8 meter breed. Dit zijn zogeheten puntdeuren: als ze sluiten, staan ze in een punt naar buiten. Daardoor is de doorvaarbreedte geen 16 (2 x 8), maar 14 meter.

Afbouwen en testen

Tot slot krijgt de keersluis twee technische ruimtes. Dit zijn een soort machinekamers met daarin de aandrijving van de sluisdeuren en de aansturing daarvan. De Vries: ‘Begin maart 2021 moeten de deuren erin hangen. Dan zijn er nog 6 tot 8 weken nodig om de keersluis af te bouwen, de bewegende delen in werking te stellen en alles goed te testen. Eind april is de sluis klaar. Hij staat dan voorlopig continu open. Pas als we klaar zijn met al het werk aan de Afsluitdijk, dragen we hem over aan Rijkswaterstaat, die hem echt in gebruik neemt. Wij moeten dan alleen nog zorgen voor onderhoud en beheer: dat de keersluis beschikbaar is en technisch op orde blijft.’

Extra bijzonder

Beide heren zijn sowieso trots dat ze meewerken aan dit prestigieuze project. Maar voor De Vries is het extra bijzonder. ‘Ik woon zelf op Wieringen, het voormalig eiland waar ook Den Oever op ligt. Ik vind het heel leuk dat ik als lokale inwoner een belangrijke bijdrage mag leveren aan deze sluis. Daar zullen we het hier in de buurt nog vaak over hebben.’

Nieuwsarchief