Mijlpaal: water in deel Vismigratierivier
Met het vol water laten lopen van de doorgang onder de Afsluitdijk is eind maart de volgende mijlpaal bereikt in de ontwikkeling van de Vismigratierivier. Via deze passage kunnen vissen op termijn vrij zwemmen tussen Waddenzee en IJsselmeer, tussen zout- en zoetwater: ‘Trekvissoorten kunnen hierdoor gemakkelijker hun levenscyclus volbrengen.’
Het binnenlaten van water in de ‘coupure,’ de doorgang die Waddenzee en IJsselmeer met elkaar gaat verbinden, verliep vlekkeloos. Bart Noordman, projectleider bij Rijkswaterstaat: ‘Deze doorgang komt naar verwachting de volgende 25 jaar niet meer droog te staan. Zo’n gat door de dijk is heel bijzonder. Een dergelijk grote ecologische verbinding in een getijdenzone is uniek in de wereld.’
Levenscyclus volbrengen
Negentig jaar lang was de Afsluitdijk voor vissen een barrière. Waterveiligheid stond bij de aanleg ervan immers voorop. Vissen kunnen momenteel al de Afsluitdijk passeren. Bijvoorbeeld bij de vispassage bij Den Oever en het visvriendelijk sluis- en spuibeheer. De dijk heeft als migratiebarrière voor trekvissen zijn langste tijd gehad, stelt Erik Bruins Slot, ecologisch waterbouwkundig ingenieur Vismigratierivier bij provincie Fryslân. ‘Het passeren van de Afsluitdijk is belangrijk voor trekvissen. Denk bijvoorbeeld aan de zalm. Die wordt geboren in zoet rivierwater en zwemt naar de zoute zee. Daar groeit hij op in een gebied met meer voedsel, om als volwassen vis terug te keren naar zijn geboortegrond om zich voort te planten.’ Het verschil met de huidige situatie is dat vissen straks in principe 24 uur per dag de Afsluitdijk kunnen passeren. Belangrijk voor alle trekvissoorten die hem gaan gebruiken, maar ook voor herstel van de voedselketen en daarmee biodiversiteit. Bruins Slot vat het als volgt samen: ‘Wanneer de zalm deze levenstocht niet maakt, kunnen beren in Alaska cruciale eiwitten tekortkomen die ze nodig hebben om de winter te overleven.’
Stenen van driehonderd kilo
De constructie van de doorgang, moet voor alle voorkomende trekvissoorten geschikt zijn om de tocht van Waddenzee naar IJsselmeer en terug te kunnen maken. De stroming is daarbij van grote invloed. ‘Wanneer de stroming te hard is, kunnen veel vissen er niet tegenin zwemmen. Een te geringe stroming zorgt voor desoriëntatie’, zo legt Noordman uit. De breedte van de doorgang bepaalt de sterkte van de stroming, daarom is eerst bepaald hoe breed de doorgang moest zijn. ‘Daarnaast maakten we de bodem en de wanden ruw en plaatsten we stenen van driehonderd kilo. Zo hebben vissen schuilplaatsen bij een te sterke stroming, of kunnen ze via de tragere stroming bij de bodem of de wanden passeren.’
Voor- en achtertuin
Dit jaar worden eerst alle onderdelen geïnstalleerd die nodig zijn om de snelheid van het water te regelen of het water helemaal tegen te houden. ‘Daarna testen we de beweging van die systemen. Ondertussen is de provincie Fryslân al begonnen met het bouwen van de rest van de Vismigratierivier. Aan de Waddenzeekant een plek waar de vissen naar binnen kunnen zwemmen. En in het IJsselmeer een zone waar zoet- en zoutwater bij elkaar komen en die overgaat in een meanderende rivier.’ Zodra die onderdelen klaar zijn, kunnen de eerste vissen de Vismigratierivier gaan gebruiken.