Geschiedenis van de vuurtoren van Den Oever

‘De lichtopstand back to his roots’

Als je een kopje koffie geserveerd krijgt op een onderzetter met de afbeelding van een vuurtoren erop, dan rijst het vermoeden dat je bij een liefhebber thuis bent. Als gedurende een gesprek over het oude Wieringen vele kaarten, prenten en teksten over lichtopstanden en vuurtorens op tafel komen, dan weet je dat je bij een kenner op visite bent. Maar het moment dat deze kenner de auteur blijkt van het boek ‘Havens van Wieringen’ en ook het themanummer ‘Vuurtorens op Wieringen’ schreef voor de Historische Vereniging Wieringen, dan weet je dat je aan het juiste adres bent voor informatie over de bekende en geliefde lichtopstand van Den Oever. Aan het woord de heer Cees Tijsen, oud-Wieringer, oud-stuurman op de grote vaart en groot kenner van vuurtorens, lichtopstanden en lichtschepen. Zijn kennis reikt wereldwijd, maar voor dit artikel zoomen we in op het geliefde Wieringen en laten we voor een keer ons licht schijnen op de aankomende verplaatsing van de Oeverse lichtopstand. Mijnheer Tijsen, steek van wal!

“Laat ik beginnen met het feit dat ik het heel erg bijzonder vind dat de lichtopstand van Den Oever op de plek komt waar hij het beste tot zijn recht komt. Midden in de haven van Den Oever. Het verheugt me echt dat hij weer ‘back to his roots’ gaat.” Nou ja, voor de oplettende lezer: de haven van Den Oever is niet de bakermat van de lichtopstand, die in 1884 zijn carrière begon als vervanger van de eenvoudige lichten in de weilanden bij Westerland, om precies te zijn in De Haukes. Daar was toen behoefte aan licht om de scheepvaart veilig langs de westzijde van Wieringen te leiden. Specifieker scheen deze lichtopstand in De Sloot, een geul die vanuit het zuidoosten naar het eiland toeliep en aansloot op het Schuitegat en het Amsteldiep. Met de aanleg van de kleine Afsluitdijk tussen Noord-Holland en Wieringen werden ‘onze’ en de andere vier lichtopstanden aan de westzijde van Wieringen overbodig, het Amsteldiep ging immers dicht.

De lichtopstand weer op de rails

Tijsen: “Nadat de Zuiderzeewerken waren afgerond kreeg onze werkloze, gietijzeren vriend een nieuwe plek en doel: aan het westeinde van de Afsluitdijk bij Den Oever, met de bedoeling om de inmiddels aangelegde haven van Den Oever aan te lichten voor binnenkomende schepen. De lichtopstand werd vermoedelijk per schip van De Haukes naar Den Oever vervoerd, waar hij een plek zou krijgen aan de rand van de Buitenhaven. Maar dankzij het in die tijd beperkte heisgerei kreeg men de toren niet op zijn plek en verplaatste hem daarom zeventig meter verder, naar zijn huidige locatie. Dit gebeurde met behulp van rails, waarover de lichtopstand langzaam maar zeker en met noeste arbeid zijn plek vond. En, oh halleluja òf ach wat jammer, de lantaarnopstekers kregen minder werk: de toren werd voorzien van elektriciteit en het dagelijks aansteken behoorde voorgoed tot het verleden. Voor sommigen een verlies van authenticiteit, voor anderen een symbool van de vooruitgang.”

De lichtopstand anno 2017

En nu? Nu is het tijd voor wederom een verplaatsing. Omdat de toren op grond van Rijkswaterstaat staat, bleek het voortbestaan niet vanzelfsprekend. Op voorwaarde dat de gemeente Hollands Kroon het onderhoud voor haar rekening neemt, krijgt zij de lichtopstand voorgoed ‘terug’. Dat doet de gemeente graag. De lichtopstand is een belangrijk symbool van de culturele geschiedenis van Den Oever en voor de toeristische doelstellingen die horen bij het programma Waddenpoort Den Oever. Tijsen: “Maar er is ook een vastgelegde architectuurhistorische waarde. In documenten van de provincie, waarin de lichtopstand wordt beschreven als monument, kan men lezen: ‘de architectuurhistorische waarde blijkt uit het zeldzaam geworden voorbeeld van de kustverlichting in Noord-Holland, in casu een opengewerkte gietijzeren lichtopstand. En als gaaf gebleven voorbeeld van de toepassing van gietijzerconstructies in de tweede helft van de 19e eeuw in Nederland. De lichtopstand is daarnaast van sociaalhistorische waarde als een zeldzaam geworden element uit de geschiedenis van de kustbeveiliging in Nederland.’ Dit alleen al is natuurlijk reden genoeg om de Oeverse vuurtoren te conserveren, het maakt mij echt blij dat ik dit mee mag maken.”

Militaire precisie

Gemeente Hollands Kroon wil de beschreven waardes eren en de lichtopstand bewaren voor onze en toekomstige generaties. Als symbool van en herinnering aan de geschiedenis van het mooie Wieringen. Daarom zal in de week van 13 maart de verplaatsing van de lichtopstand plaatsvinden. Van de huidige locatie naar de kop van de Oostkade, waar hij waardig wordt aangelicht zodat we weer kunnen genieten van dit Wieringse symbool. Mooi om nog te vertellen dat Defensie haar hulp heeft aangeboden en zorgdraagt voor de verplaatsing. En vergis je niet, dat is geen sinecure: het prachtige gietijzeren bouwwerk wordt voorzichtig gedemonteerd en in delen in een dieplader vervoerd, om met militaire precisie weer in elkaar gezet te worden. Een prachtige klus van voor de mannen en vrouwen van Defensie!

Kader: Over de lichtopstand

De roodgeverfde gietijzeren lichtopstand bestaat uit vier etages van ieder zes panelen en wordt bekroond met een balustrade eromheen. Het lichthuis is bereikbaar door een wenteltrap. Aan de voet van de trap, in de iconische vorm van de lichtopstand, staat een zeshoekig opslaggebouw onder tentdak.

De roodgeverfde, gietijzeren, panelen, waaruit de etages van de lichtopstand zijn opgebouwd, zijn opengewerkt met twee diagonale verbindingen die elkaar snijden. Op het snijpunt van deze twee verbindingen is een rozetvormig ornament aangebracht. De panelen zijn door middel van aangegoten flenzen aan elkaar geschroefd, meestal aan de buitenzijde. De eveneens roodgeverfde gietijzeren wenteltrap die langs de binnenzijde van de opstand loopt, heeft twee fraai geornamenteerde leuningknoppen. De wenteltrap loopt tot aan het achtkantige gietijzeren lichthuis, waar het uitkomt in een uitbouw aan de westzijde.

Het eveneens roodgeverfde lichthuis heeft grote ramen rondom, en een koepelvormig dak waarop een witgeverfde gietijzeren windvaan staat. Rondom het lichthuis loopt een balustrade met opengewerkt hekwerk. Het ornament van dit hekwerk bestaat wederom uit twee, elkaar snijdende, diagonalen, in dit geval twee boven elkaar, met een rozet op het snijpunt. Aan de westzijde van de lichtopstand is aan de balustrade nog een hijswerk met katrol bevestigd.

Nieuwsarchief