Dijkversterking langs IJsselmeer: ‘interessante puzzel’
Aan de kant van het IJsselmeer geeft de versterking van de Afsluitdijk een ander beeld dan aan de Waddenzeezijde, onder meer omdat hier geen Levvel-blocs komen. Ook zorgt met name de beperkte ruimte voor andere uitdagingen. Werkvoorbereider Yohanna Negash van bouwconsortium Levvel: ‘Het is een interessante puzzel!’
Bouwconsortium Levvel (BAM, Van Oord en Rebel) begon de versterking van de Afsluitdijk aan de kant van de Waddenzee met speciale Levvel-blocs. Vanaf mei is de IJsselmeerzijde aan de beurt. Ook deze kant is aan vernieuwing toe. ‘De huidige steenbekleding van de dijk is niet overal zwaar genoeg en er liggen te weinig fijne steentjes – steenslag – tussen de grote blokken – zogeheten basaltzuilen – om deze goed in te klemmen en op hun plaats te houden’, vertelt werkvoorbereider Yohanna Negash.
Aanpak verschilt per dijkvak
Negash vervolgt: ‘Terwijl de Afsluitdijk aan de Waddenzeezijde over de hele lengte vrijwel dezelfde behandeling krijgt, volgen we aan de IJsselmeerzijde een aanpak op maat voor elk van de 47 vakken waarin we de dijk hebben opgedeeld. We toetsen per vak in hoeverre de huidige bekleding voldoet. Waar het kan, laten we de originele staat geheel of gedeeltelijk intact. Waar nodig strooien we nieuwe steentjes tussen de zuilen – inwassen noemen we dat. Als de zuilen niet zwaar genoeg zijn, vervangen we ze door Quattroblocks, dezelfde innovatieve blokken die op het bovenste gedeelte bij de Waddenzeezijde zijn geplaatst. De nog sterkere Levvel-blocs, die daar aan de onderkant liggen, zijn hier niet nodig omdat de golven minder zwaar zijn.’
Samenwerken om hinder te beperken
Een extra uitdaging aan de IJsselmeerzijde is de beperkte ruimte, benadrukt Negash. ‘Aan deze kant is geen fietspad, dus we kunnen alleen vanaf de snelweg of vanaf het water werken. Op de weg betekent dat hinder voor het verkeer en op het water voor de vissers: die moeten hun vistuigen tijdelijk weghalen. Daarom werken we zoveel mogelijk samen met het team dat verantwoordelijk is voor de wegwerkzaamheden. Als zij een deel van de weg afzetten om het wegdek te verbeteren, gaan wij daar de dijk versterken. Als dit niet mogelijk is, werken we vanaf het water. Daarbij houden we rekening met de ecologische kalender, zodat bijvoorbeeld in de winter voldoende rustplaatsen overblijven voor vogels. En we stemmen de werkzaamheden af met andere projecten, zoals Windpark Fryslân en de Vismigratierivier. Het is een interessante puzzel!’