De Afsluitdijk 85 jaar

In 1886 werd de Zuiderzeevereniging opgericht, om te gaan onderzoeken of drooglegging van de Zuiderzee haalbaar was. Ingenieur Cornelis Lely was van 1887 tot 1891 werknemer van de vereniging. Lely heeft in die periode acht nota’s geschreven over de afsluiting en inpoldering. In 1891 resulteerde dit tot het eerste plan voor de afsluiting en inpoldering van de Zuiderzee. In 1913, toen Lely inmiddels minister van waterstaat was, werd inpoldering opgenomen in het regeringsprogramma. Dit ondanks protesten vanuit de visserij. Na de watersnood in 1916 en de hongersnood in 1918 was de schade enorm. Er moest iets gebeuren! Vanaf dat moment kwam de Afsluiting van de Zuiderzee in een stroomversnelling. In 1918 ging het parlement akkoord met de Zuiderzeewet.

Veiligheid en voedsel

De afsluiting van de Zuiderzee zou zorgen voor meer waterveiligheid. En met het droogleggen van stukken zee ontstond nieuw land waarop extra voedsel kon worden geproduceerd. In januari 1927 ging de eerste spade voor de Afsluitdijk de grond in. Er werd gewerkt vanuit vier locaties: de beide oevers in Noord-Holland en Friesland en twee speciaal aangelegde werkeilanden Breezand en Kornwerderzand.

Bij de aanleg van de ruim 32 kilometer lange dijk werd voor het eerst keileem toegepast. Dat is taaier dan zand of klei en werd tijdens de Saale-ijstijd in ruime mate afgezet in Noord-Nederland. Keileem kon dus dicht bij de aan te leggen dijk eenvoudig worden opgebaggerd. De dijk werd gefundeerd op zinkstukken van gevlochten wilgentenen, die werden afgezonken door er steenblokken op te deponeren.

Steen voor steen

In 1927 had niemand ervaring met het aanleggen van zo’n lange dijk. Er waren geen machines. Geen computers voor complexe planningen en berekeningen vooraf. Alles ging mechanisch. Vijf jaar lang werkten 5.000 arbeiders aan de opbouw van de dijk. Steen voor steen, met de hand. Het beeld van de steenzetter, dat nog steeds op de Afsluitdijk staat, vlak naast het Monument van Dudok, is een eerbetoon aan hun inzet.

In mei 1932 werd het laatste gat, de Vlieter, gesloten. Dat gat bevond zich op de plek waar nu het Vlietermonument staat, in de vorm van een uitkijktoren en ontworpen door architect Willem Dudok. Vier maanden later, in september 1932, werd officieel afstand gedaan van de naam Zuiderzee. Het binnendijkse deel heette voortaan IJsselmeer, het buitendijkse deel Waddenzee. Nadat alle afrondende werkzaamheden waren voltooid werd de dijk een jaar later, in 1933, opengesteld voor het wegverkeer.

Nieuwsarchief